Meetprogramma’s

Insecten
Meer meetprogramma’s

EIS Kenniscentrum insecten

Stichting EIS Kenniscentrum Insecten coördineert aantal meetprogramma’s om trends in aantallen en verspreiding te kunnen volgen van verschillende (groepen van) ongewervelden, met nadruk op beschermde soorten en invasieve exoten.

Het gaat om de programma’s: Vliegend hert, Gestreepte waterroofkever, Medicinale bloedzuiger, Rivierkreeften en Hommels.

 

Links

Meer informatie over de meetprogramma’s op website van Stichting EIS Kenniscentrum Insecten.

Stichting EIS Kenniscentrum Insecten

Vliegend hert

Het transect-monitoringsnetwerk voor het vliegend hert is in 2019 opgezet en telt momenteel zo’n 40 routes verdeeld over de provincies Gelderland, Overijssel en Limburg. Daarnaast worden op een aantal locaties punttellingen gehouden, vooral bedoeld voor mensen die het vliegend hert in hun eigen tuin hebben of mensen die geen transect van 500 meter kunnen of willen lopen of voor locaties die te klein zijn om een transect van 500 meter neer te leggen.

Gestreepte waterroofkever

Intensief verspreidingsonderzoek naar deze beschermde waterroofkever vindt plaats sinds 2004. In 2011 is het meetprogramma aangepast met de bedoeling om op termijn trends de kunnen waarnemen. Hiertoe zijn 360 vaste meetpunten aangewezen die om de drie tot zes jaar worden geïnventariseerd volgens vast protocol.

Medicinale bloedzuiger

De medicinale bloedzuiger is een zeldzame soort, beschermd onder bijlage V van de habitatrichtlijn. Op deze lijst staan soorten met een ‘exploitatie’-risico. De soort werd vroeger veel gebruikt voor medicinale doeleinden en nog steeds is er vraag naar dieren voor therapie en alternatieve (wond)genezing. De soort is thans nog bekend uit 29 10*10 km hokken in het zuiden en oosten van Nederland. Binnen dit gebied worden ongeveer 300 plekjes (poelen) om de 3-6 jaar onderzocht door vrijwilligers.

Rivierkreeften

Nederland kent één, zeer zeldzame, inheemse rivierkreeft en zeven gevestigde uitheemse rivierkreeften waarvan er vijf zijn opgenomen op de Europese Unielijst van schadelijke exoten. EIS organiseert om de zes jaar een gestandaardiseerde, landelijke monitoring met hulp van vrijwilligers.

Nieuws

Uit het veld